De osteopaat zal net zoals bij een behandeling van volwassenen het gehele lichaam onderzoeken. De osteopaat beoordeeld het gehele lichaam op de beweeglijkheid hiervan. Bij volwassenen zijn de oorzaken van een bewegingsverlies vrij bekend. Denk hierbij aan ongelukken, operaties, ontstekingen, botbreuken etc. Bij een babytje kunnen er in het korte leventje ook al evenementen hebben plaatsgevonden die toch invloed hebben op de bewegelijkheid van structuren in het lichaam. Denk hierbij aan een heftige bevalling, een tang- of vacuümverlossing, hele snelle bevallingen, hele lange bevallingen, navelstreng om het nekje, stuitligging, stuitbevalling, ontstekingen, breukje (bijv. sleutelbeen), etc. Het betekent niet dat iedere baby die dit meemaakt ook klachten zal vertonen. Vaak is het lichaam prima in staat om dit op te vangen.  

​

Wanneer een baby niet goed in staat is om dit op te kunnen vangen en een verminderde bewegelijkheid blijft invloed hebben op de functionaliteit van het lichaam kan dit verschillende klachten ontwikkelen. Bewegingsbeperkingen kunnen invloed hebben op de functionaliteit van spieren, pezen, gewrichten, bloedvaten en zenuwen van de baby/kind wat het gaan zitten, kruipen en/of lopen kan beïnvloeden maar ook een voorkeurshouding kan ontwikkelen. Bewegingsverliezen rond de ribbenkast, wervelkolom en middenrif kunnen druk geven op het maagje waardoor de inhoud hiervan gemakkelijker naar buiten komt.